Het begrip coach heeft 3 verschillende betekenissen:
1) trainer.
iemand die voor zijn beroep of ook wel uit liefhebberij een sportploeg of een individuele sporter op technisch en tactisch gebied begeleidt; oefenmeester; trainer.
2) begeleider.
iemand die mensen begeleidt die op sociaal-maatschappelijk gebied hulp nodig hebben; hulpverlener die laagdrempelige, vaak praktische, hulp biedt inzake persoonlijkheidsontwikkeling en het oplossen van problemen, bijvoorbeeld van leerlingen in het onderwijs of van werknemers in een bedrijf; begeleider.
3) reisbus; touringcar.
autobus die is ingericht op vervoer over langere afstanden; reisbus; touringcar.