Produktiecentra waren de steden Barcelona, Valencia, Madrid, Saragossa en Léon. In Spanje is meer zilver uit de Spaanse Gouden Eeuw (15de 17de eeuw) bewaard gebleven dan in welk ander land in Europa. hoewel ook hier het bezit en gebruik van zilver aan banden waren gelegd en oorlogen, vooral de veldtochten van Napoleon, een zware tol hebben geëist.
Het merendeel van het bewaard gebleven zilver is kerkelijk zilver, waaronder zwaar gedecoreerde custodiae, dat hetzij door de Kerk besteld was, dan wel geschonken was door rijke edelen. Wereldlijk zilver uit de 18de eeuw volgt voornamelijk de Franse stijlen (inktstellen, borden, olie-en-azijnstellen). Het Spaanse hof en de adel gaven opdrachten aan buitenlandse, maar ook aan Spaanse zilversmeden. In de loop van de 19de eeuw werd veel wereldlijk zilver omgesmolten tot munten. Zilver- en goudmerken: meesterteken van de goudsmid (voluit of afgekort); teken van de keurmeester en de stadskeur (afgekort bijv. BAR voor Barcelona, stadswapen of beschermheilige van de stad).