De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Lameric, Paul de

betekenis & definitie

(1688-1751), beroemd zilversmid. geboren te 's-Hertogenbosch als zoon van hugenoten-ouders. Met zijn ouders verhuisde hij naar Londen, waar hij op 15-jarige leeftijd op het atelier van Pierre Platel, eveneens een uitgeweken Fransman, ging werken.

In 1710 werd hij tot goudsmid aan het hof van George benoemd en in 1717 deponeerde hij zijn merk bij het gilde in Goldsmith’s Hall. Volgens de toen bestaande regel waren dit de twee eerste letters van zijn familienaam: LA. Boven zijn initialen voerde hij een kroon en daaronder een fleur-de-lis. In 1732 veranderde hij zijn initialen in PL met een kroon erboven en een stip eronder. Paul de Lamerie wordt beschouwd als een van de beste modelleurs en graveurs van zijn tijd. Hij werkte met asymmetrische ornamentvormen. hetgeen in de tijd vóór het rococo een novum was. Zijn werk omvat al het denkbare serviesgoed, waaronder reusachtige wijnkoelers.Lamp. de vroegste vorm van kunstlicht bestond uit een bakje gevuld met olie waarin een pil dreef: deze was reeds 3000 v.C. bekend. Uit dit olielampje ontwikkelde zich in de 17de eeuw de bekende "snotneus'. Uit ca. 1780 stamt een hoge, staande olielamp waarbij het oliereservoir van glas was en van een maatverdeling voorzien, zodat de lamp tegelijkertijd kon dienen als een simpele tijdmeter; de pit is bevestigd in een aan de zijkant van de lamp naar buiten komend buisje. In 1784 werden twee belangrijke verbeteringen ingevoerd: de binnen twee concentrische buizen lopende cilindrische pit en het lampeglas. De nieuwe olielampen worden naar de uitvinder 'argandlamp' of naar de Franse fabrikant 'quinquet' genoemd.

Zij zijn vaak uit beschilderd blik (tôle peinte) vervaardigd. Omstreeks 1816 deed de gasverlichting haar intree, maar daarnaast bleef gedurende de gehele 19de eeuw de olielamp in gebruik.