De zich omstreeks 1700 wijzigende smaak die het onderstel van het kabinet herschiep in een ladenkast, bracht dezelfde vorm ook voort gescheiden van de bovenbouw. De aldus ontstane commode beantwoordde aan de 18de-eeuwse voorliefde voor laag, geriefelijk meubilair.
De commode komt voor in allerlei maten en vormen, vanaf de zeer kleine en elegante demi-commode tot de monumentale 'commode en tombeau toe. Daarnaast komen ook hoge, smalle ladenkasten voor, zoals de chiffonnier en de cartonnier. In Engeland waren de ladenkasten meestal sober van uitvoering (chest of drawers). Daarnaast komen hoge typen voor, zoals de high-boy. een op het eind van de 17de eeuw uit het kabinet ontwikkelde ladenkast, bestaande uit een bovenbouw van vier a vijf Iaden hoogte, de bovenste laag onderverdeeld in twee of drie smallere laden. Het onderstel bevatte bij de Amerikaanse highboy eveneens enkele smalle laden, symmetrisch verdeeld over het lambrequinvormige front (apron). Het was enige centimeters ruimer gebouwd dan de bovenbouw en stond op dunne poten.
Dit onderstel (low-boy) werd ook afzonderlijk gebouwd. Met tall-boy kan zowel de high-boy worden bedoeld als een tweetal op elkaar geplaatste ladenkasten (chest on chest) in de vorm van de high-boy. Tweedeurskastjes met bovenla. soms versierd met marqueterie of lakwerk, komen voor sinds Lodewijk XVI: in het Biedermeier komen dergelijke kastjes ook voor met glazen deurtjes.
