De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Haardijzer

betekenis & definitie

vuurbok bestaande uit een rechtopstaand voorstuk op twee steunpunten met een lang, horizontaal staartstuk dat aan het eind omlaag knikt, aldus een derde steunpunt vormend. Haardijzers zijn in de regel van smeedijzer ; het voorstuk is echter niet zelden van gietijzer of geheel of gedeeltelijk van koper, en dan in een of andere fantasievorm uitgewerkt, bijv. in de gedaante van een leeuw, hondje of schildwacht.

Uit deze figuren hebben zich als een afzonderlijk genre de zomerhaardfiguren ontwikkeld, realistische, op paneel geschilderde en uitgezaagde poppen, die 's zomers in de haard werden opgesteld. Bij haardijzers die bestemd waren voor hoge open haarden, zoals gebruikelijk vóór ca. 1725 (en nog lang daarna onder boerenschouwen en in volkswoningen) waren die voorstukken vaak tamelijk rijzig, met een soms zeer fraai eindornament; bij de lage open haarden uit de 18de eeuw zijn de haardijzers van overeenkomende hoogte luxueuzer van uitvoering (verguld brons en zelfs zilver komen voor), en in het algemeen meer geornamenteerd overeenkomstig de meubelstijlen van die tijd.