Betrekking tussen organismen, waarbij één organisme in de toestand verkeert, dat het van een bepaalde benodigdheid (b.v. voedsel, water) alles tot zich kan trekken wat het nodig heeft, vóór een tweede organisme er ook maar iets van kan bemachtigen. Gewoonlijk wordt dit verschijnsel onder concurrentie begrepen, doch voor een nauwkeuriger analyse en begripsbepaling is dit niet gewenst.
Het begrip p., afkomstig van YAPP (1925), houdt dus niet in, dat een plant of dier de overhand heeft, doordat zij eerder op het terrein aanwezig is, al zou men dit uit het woord kunnen opmaken. Het is uiteraard wel mogelijk, dat een plant of dier met p. er inderdaad eerder is, doch ook het omgekeerde kan het geval zijn: zo kan de blauwe bosbes (Vaccinium myrtillus L.) dusdanig p. over de grove den krijgen t.o.v. het regenwater, dat de bomen afsterven; toch waren de laatste er het eerst en maakten zij de ontwikkeling van de bosbes mogelijk.Gedurende de ontwikkeling der vegetatie gaat concurrentie (in engere zin) vaak in p. over, b.v. als jonge bomen boven de kruidlaag uitgroeien.
I.h.a. gebruikt men de term p. vooral dan, wanneer het onderscheppen van de levensbehoefte voor het andere organisme óf schadelijk óf indifferent is. Wanneer de omstandigheid, dat het ene organisme de werking van een factor voor het andere verhindert, gunstig gaat worden voor het laatstgenoemde, spreekt men van bescherming of mutualiteit.