Kleurloze plastiden noemt men l. (Grieks leukos = wit). Zij vormen, vooral in jonge cellen, een belangrijk bestanddeel van het plantaardig protoplasma.
Het is waarschijnlijk, dat zij zich door deling vermenigvuldigen en dus niet uit andere protoplasma-elementen worden opgebouwd. Zij kunnen overgaan in chromoplasten (gekleurde plastiden; en chloroplasten (groene plastiden). Ook in kleurloze toestand vinden er ongetwijfeld reeds belangrijke stofomzettingen in plaats, zoals de vorming van zetmeel (z. Amyloplasten).