Werpen - Wat ik over vliegvissen heb gezegd, telt beslist minstens zo sterk hier. Leer het juiste gebruik van werp¬hengel en molen of reel van een goede, deskundige vriend of uw hengelsportwinkelier.
En bevindt zich in uw buurt een castingclub, word daar dan lid van, is het niet om het werpen op zichzelf als sport te beoefenen, dan wel om er de kunst van machtig te worden.
Voor de rest moet u één ding in het oog houden: bij het werpen op zoet¬water is precisie van groter belang dan grote afstanden.
Hier volgen enkele algemene regels:
Eénhandig werpen:
Vóór u begint altijd even contro¬leren of alle ogen van de hengel wel gelijk gericht zijn: naar het hart van de molen, of deze behoorlijk vast zit en goed is opgespoeld (zie ,Opspoelen’).
Ik behandel hier alleen de ,overheadworp’ omdat die wel het meest gebruikt wordt. We nemen maar weer de klok ter verduidelijking. Neem de opslag zo, dat het kunstaas ongeveer tussen startoog en molen komt te hangen. De hengel nu op 10 uur en dan langzaam naar 1 uur. Het werpgewicht (kunstaas) gaat dan rechts langs de hengel heen bij rechtshändigen, links bij linkshän¬digen. Staat de hengel op 1 uur, dan even stoppen tot het werpgewicht het dode punt heeft bereikt en nu met een gelijkmatig — alleen door pols en onderarm uitgevoerde! — versnelde beweging terug naar 10 uur, waar we de lijn die we tegen de spoel hadden gedrukt loslaten.
En denk er altijd om: de hengel moet het werk doen — niet uw kracht. Wilt u het aas op een be¬paalde plaats doen komen, zorg er dan voor dat uw hengeltop bij de worp in die richting wijst. Rem de worp af met uw wijsvinger, zodra het aas het water raakt, of reeds eerder, wanneer de worp wel de juiste richting heeft, maar te lang dreigt te worden. (Vandaar dat eerst oefenen op het droge de voorkeur verdient. Geen kunstaas daarbij ge¬bruiken, maar een peerloodje of een daartoe in de winkel verkrijgbaar speciaal werpgewichtje). Zo’n te verre worp heeft al menig duur kunstaas je verloren doen gaan.
Tweehandig werpen:
Hierbij is het van groot belang, dat u de molen op de juiste plaats aan de handgreep hebt gezet. Doe dit als volgt: De on¬derkant van de hengel tegen de schouder in horizontale stand. Dan de hand uitstrekken en op de plaats waar u de handgreep pakt moet de molen komen te zitten (Hierbij en ook bij het nu volgende verwisselen de linkshändigen rechts met links en omgekeerd).
De rechterhand grijpt de molenvoet zoals altijd tussen ring- en wijsvin¬ger. De linker pakt de hengel zo laag mogelijk aan de handgreep op zo’n manier, dat de hengel horizontaal wordt gehouden, de rechter¬hand ongeveer ter hoogte van de rechterschouder, de linker ter hoogte van de linkerheup. Nu de hengel van 10 naar 1 uur. Bij het teruggaan naar 10 uur drukt de rechterhand de hengel naar voren, maar hij blijft vooral het steunpunt van de bewe¬ging. De linkerhand trekt het onder¬stuk voor het lichaam.
