Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Turkije

betekenis & definitie

oppervlakte 780 576 km2

inwoners 45 356 000

hoofdstad Ankara

staatsvorm republiek

staatshoofd Kenan Evren

reg. leider Ülüsü Bülent

officiële taal Turks

religies moslems

munteenheid Turkse lira

BNP/hoofd US$1460

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECE, NAVO, Raad

van Europa, GATT, OESO, IMF, Wereldbank

Landschap en klimaat

Turkije ligt in Zuidwest-Azië en grenst van het noorden uit resp. aan Zwarte Zee, de SU, Iran, Irak, Syrië, Middellandse Zee, Griekenland en Bulgarije. Landschappelijk en klimatologisch zijn er zes gebieden te onderscheiden: - de Zwarte Zeekust, van het binnenland gescheiden dooreen naar het oosten oplopend gebergte; door het gematigde klimaat is er een rijke vegetatie. - Thracië, het gebied rond de Zee van Marmara en de noordwestkust vormen een overgangszone tussen het Pontisch en Egeïsch gebied. Bosporus en Dardanellen zijn van groot strategisch belang.

Thracië is weinig geaccidenteerd en heeft een landklimaat met karige vegetatie, langs de kust van Anatolië is een rijke begroeiing. - Het Egeïsch gebied heeft een diep ingesneden kustlijn en een mediterraan klimaat. - Het mediterrane gebied omvat het kustgebied in het zuiden, omzoomd door het Taurusgebergte; hier is het klimaat droger en heter. - Achter de kustgebergten strekt zich het Anatolisch Hoogland uit, bestaande uit door bergruggen van elkaar gescheiden plateaus, waarin zich op sommige plaatsen zoutmeren hebben gevormd. Er heerst een continentaal klimaat. - In Oost- en Zuidoost-Anatolië loopt het plateau geleidelijk op tot boven 1500 m en is omzoomd door hoge bergruggen, met als hoogste punt van het land de Ararat, 5185 m.

Het klimaat is nog meer continentaal dan in Centraal-Anatolië. Dit gebied is niet alleen van belang vanwege mineralen en ertsen, maar ook door het Van Gölü, met 3690 km2 het grootste binnenmeer.

Sociale gegevens

Tot de onafhankelijkheid in 1923 leefden verschillende etnische groepen naast elkaar. Door een centraal geleide taal- en cultuurpolitiek zijn deze groepen inmiddels versmolten tot één natie, met als uitzondering de Koerden. De urbanisatiegraad is 27,5%. In 1923 werd de algemene leerplicht ingevoerd, tegenwoordig ook voor de middenschool geldig. De lagere school duurt 5 jaar, de middenschool 3 jaar, waarna het lyceum volgt met 4 jaar, vervolgens universiteit of hogeschool. Van de bevolking van 15 jaar en ouder kan 60% lezen en schrijven. Er zijn 18 universiteiten.

Aan het hoge niveau van sociale voorzieningen zoals in West-Europa is men in Turkije nog lang niet toe. Hoewel er een ziektekostenverzekering is en de medische zorg vrijwel niets kost, zijn zaken als ouderdomszorg, kinderbijslag en werkloosheidsuitkering onbekend. Door de steeds beter wordende medische voorzieningen is het sterftecijfer, vooral onder de jonge kinderen en zuigelingen, sterk teruggelopen.

Economische gegevens

De Turkse economie is in vele opzichten die van een land in ontwikkeling. Ondanks de maatregelen van de regeringen om de industrie te stimuleren is nog ca. 60% van de beroepsbevolking werkzaam in de agrarische sector, met als voornaamste exportprodukten fruit, katoen en tabak. Naast de grote industrieën zijn sinds 1973 door teruggekeerde gastarbeiders met eigen kapitaal kleine industrieën opgezet. Hoewel de economie nog groeit, kampt Turkije met betalingsbalanstekorten, inflatie en hoge werkloosheid.

Het land is rijk aan bodemschatten: in Anatolië liggen grote voorraden bruin-en steenkool, verder zijn er langs de Zwarte Zee uraanrijke sliblagen, rond de stad Divrigi wordt chroomerts gewonnen. De hoeveelheid aardolie dekt ca. een derde van 's land behoefte. Zout wordt zowel gewonnen door verdamping uit zee en uit de Centraalanatolische zoutmeren als gedolven uit de steenzoutlagen.

Het wegennet heeft een lengte van 231.715 km, het spoorwegnet 10.066 km.

Geschiedenis

Op 29 oktober 1923 werd door het parlement de Republiek Turkije uitgeroepen en werd Mustafa Kemal de eerste president. Het land werd in tal van opzichten gemoderniseerd: 1924 werd het sultanaat afgeschaft en een nieuwe grondwet aangenomen; het jaar daarop was de voortdurende tegenstand van de religieuze groeperingen reden de fanatieke derwisj-orden op te heffen en in 1928 kwam de scheiding tussen staat en godsdienst. Andere bestuursmaatregelen waren invoering van het Latijnse alfabet, metrieke stelsel, verlening actief en passief vrouwenkiesrecht enz. Het parlement riep Mustafa Kemal in 1934 dan ook uit tot Atatürk. Tijdens WO II was Turkije neutraal, pas februari 1945 verklaarde het de asmogendheden de oorlog. Moeilijkheden op sociaal en economisch terrein leidden tot een militaire staatsgreep in 1960, waarbij o.a. een nieuwe grondwet werd ingevoerd. Daarna werd het politieke leven in Turkije bepaald door de conservatieve Gerechtigheidspartij van Süleyman Demirel en de progressieve Republikeinse Volkspartij van Bülent Ecevit. Sinds 12 september 1 980 is er weer een militaire regering, die het land met ijzeren vuist onder controle tracht te houden.