een gebied waar de nuttige neerslag (dat is neerslagverdamping) zo gering is dat geen permanent aaneengesloten plantendek mogelijk is. Men onderscheidt: rots-, grind-, zand- en lösswoestijnen.
Aanhoudende droogte, zeer hoge dagtemperaturen en zeer sterke nachtelijke afkoeling, bovendien felle zandstormen, beheersen het woestijnklimaat.