vrij in de zee levende, tonvormige manteldieren met een typische generatiewisseling: uit grote, op zichzelf levende dieren (voedsters) ontstaan ongeslachtelijk door knopvorming kleinere dieren, die in ketens samenhangen en zich geslachtelijk voortplanten (kettingsalpen). Uit hun eieren ontstaan weer voedsters.
De grootte van de enkele dieren is van enige millimeters tot 15 cm.