Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 03-12-2020

Saksen

betekenis & definitie

1. Germaanse volksstam in Noordwest-Germanië.

Een deel trok met de Angelen naar Engeland (450 n. Chr.). Van 772-804 streden ze tevergeefs tegen Karel de Grote voor hun vrijheid: hun leider Wittekind het zich dopen en dat betekende in die dagen onderwerping aan de Franken. Van 919-1024 regeerden in Duitsland de Saksische keizers. De Saksische hertog Hendrik de Leeuw overwon de Slaven en koloniseerde Noordoost-Duitsland; 2. een landstreek in Oost-Duitsland, ten noorden van het Ertsgebergte, waarbij sedert 1945 ook het gedeelte van Neder-Silezië ten westen van de Neisse wordt gerekend. Saksen omvat 16 992 km2 en telt 5,5 milj. inwoners. Het bezit belangrijke uraniumertsreserves en bruin- en steenkolenvelden. De belangrijkste produkten van de Saksische industrie zijn: textiel, machines, porselein, pelterijen en speelgoed. De grootste handelsstad is Leipzig, bekend door de Leipziger Messe (jaarbeurs). De hoofdstad is Dresden.