schietwerktuigen die vanwege hun gewicht op een geschutstoren of een affuit geplaatst zijn. Men onderscheidt zwaar en licht geschut.
Een kanon is een geschut met een lange dunne loop, waarvan het projectiel een vlakke baan beschrijft. Is de baan steil en de loop dik en kort, dan noemt men het een mortier. Daartussenin heeft men de houwitser.