gelijken uiterlijk op grassen, maar de nietige bloempjes, die kelk en kroon missen, bezitten drie meeldraden en een stamper met eenhokkig, eenzadig vruchtbeginsel. De vrucht is een dopvrucht.
Het zijn oever- of moerasplanten. Als veevoer zijn ze van weinig waarde. De halmen der grote biezensoorten worden voor het maken van matten en stoelzittingen gebruikt. Ze behoren tot de familie der cypergrassen.