XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Noorderkerk

betekenis & definitie

Noorderkerk - De Noorderkerk, aan de Noordermarkt, werd gebouwd in de jaren 1620-1623. De bouwmeester Hendrick Staets* meldt dat hijzelf in 1602 de kerk ontwierp, maar in het befaamde "Architectura Moderna" van Salomon de Bray komen opstand, plattegrond, enz. onder de ontwerpen van Hendrick de Keyser* voor. De kerk is gebouwd in het noordelijke deel van het toen "nieuwe inghetrocken gedeelte der Stadt" en is later tot voorbeeld geweest voor veel protestantse kerken die in de Republiek gebouwd werden, omdat de vorm voor de protestantse eredienst zo geschikt bleek. Het grondvlak heeft de vorm van een Grieks kruis, vergroot met kleine driehoeken in de kruisarmen.

De hoofdgevels zijn levendig uitgevoerd in de trant van Hendrick de Keyser en geven het overigens vrij strakke gebouw een zwierig uiterlijk. De kerk heette ook "Kruyskerck, nae zijn Form, de welcke kruyswijs komt". Het interieur maakt een machtige indruk door de vier zware pijlers, die de hoge gewelven dragen. Op een cartouche boven een van de middendeuren is te lezen: "Tot oefeninge van de Christelijcke religie is dese Noorderkerck ge

sticht Ano MDCXX den XV Junij den eersten steen gheleijdt ano MDCXXIII volmaeckt ende op Paesdach de eerste predicatie ghedaen". Het houten koepeltorentje op het dak was al een jaar eerder gereed; het draagt het jaartal 1622. In de kruisarmen zijn vier gebouwtjes gezet, nl. de kosterswoning, in de 18de eeuw verbouwd, en drie andere woonhuizen. Boven de dakvensters van de aanbouwen ziet men het stadswapen. De Noorderkerk is, evenals de Westerkerk en de Zuiderkerk, gebouwd in de tijd dat het sterk opbloeiende A. zijn grootste bevolkingsaanwas te verwerken had en er voortdurend behoefte aan stadsuitbreiding en kerken was. Na de Eerste Wereldoorlog echter, toen de ontvolking van de binnenstad begon en het aantal onkerkelijken in de stad steeds toenam, moest de Noorderkerk buiten gebruik worden gesteld. Dat bleef ze tot 1941, al zijn er de jaren daarvoor vele pogingen ondernomen om de kerk weer te openen. Op 5 okt. 1941 werd de kerk weer in gebruik genomen. Op 5 mei 1950 werd in de muur van de Noorderkerk een gedenksteen onthuld, herinnerend aan de jaren 1940-1945, vervaardigd door E.J. Hoek.

Boven de tekst zien we een haan op een zandloper, een bundel korenaren, een gekroonde kerktoren en een opgaande zon, symbolen van een herrijzend Nederland. De tekst luidt: "Blijf altijd waakzaam, mensenkind, voor brood en levensvreugd! De vrijheid zij u welgezind, Geen dwang maar vreê en deugd". Er bevindt zich ook een bronzen gedenkplaat aan deze kerk, waarop is te lezen: "Maandag 24 febr.1941 's avonds om 6 uur spraken leden van de toen verboden Communistische Partij van Nederland hier 250 medeburgers toe. Zij riepen op tot een proteststaking tegen het wegvoeren van 400 joodse Amsterdammers door de Duitse bezetter. De volgende ochtend brak de Februaristaking uit." In 1985 waren er plannen om de Noorderkerk opnieuw te sluiten, maar in 1986 werd bekend dat zij als plaats van samenkomst van de Gereformeerde Bonders en de hervormde wijkgemeente dienst bleef doen. De Noorderkerk is sinds 1979 een rijksmonument. Dat betekent dat restauratie voor tachtig procent gesubsidieerd wordt door het rijk.

De rest moet door de eigenares, de Centrale Hervormde Gemeente, zelf betaald worden. In een haalbaarheidsonderzoek in 1989 werd de restauratie op tien miljoen gulden begroot en in 1992 kende het rijk een subsidie toe. Monumentenzorg was de grootste geldgever. Er werd een stichting in het leven geroepen, "Stichting Vrienden van de Noorderkerk", en de actie "Red de Noorder" leverde een half miljoen op. De eerste restauratiefase duurde tot 1995. In 1998 kwam de restauratie gereed.

LIT. J.H. Groen jr, De Noorder driehonderdvijftig jaar, O.A. 1973, 98; J.H. Kruizinga, Op de bres voor de vrijheid, 1980, 98; Yolanda Felderhof, Noorderkerk gered van ondergang, O.A. 1993, 64; Richard Vervoorn, Te gast in de Noorder, M.A. 1994, 77; mrJ.H. van den Hoek Ostende, De Noorderkerk in restauratie, M.A. 1994,160; W. Kramer, De Noorderkerk in Amsterdam, 1998.