Lucebert, geboren als Lubertus Jacobus Swaanswijk (1924-1994), dichter, schilder en tekenaar, overleden in Alkmaar. Hij werd in de Jordaan* geboren als zoon van een huisschilder. Zijn literair debuut maakte hij in 1949 in het blad Reflex met het antikoloniale gedicht "Minnebrief aan onze gemartelde bruid Indonesia". In 1949 trad hij toe tot de vriendenkring van de Vijftigers, die bestond uit de dichters Gerrit Kouwenaar, Jan Elburg en Bert Schierbeek en de schrijvers Remco Campert en Rudy Kousbroek. Lucebert werd de woordvoerder van deze kring van experimentele dichters en beeldende kunstenaars (Cobra).
De "Exposition Internationale d'Art Experimental" met het werk van deze groep deed in 1949 het Stedelijk Museum op zijn grondvesten schudden. In 1953 kreeg Lucebert de eretitel Keizer der Vijftigers. Verkleed als "steungenietende Keizer" presenteerde hij zich bij de uitreiking van de stedelijke Poëzieprijs. De laureaat werd echter niet toegelaten tot zijn eigen huldiging. In 1965 ontving Lucebert de Constantijn Huygensprijs* en in 1968 de P.C. Hooftprijs*.
LIT. Jan Bart Klaster, Lucebert, keizer van de Vijftigers (69) overleden, Het Parool 11 mei 1994; Mieke Krijger, Lucebert, dichter en schilder, De Vrije Wandelaar 1999, 15; Mieke Krijger, Luceberts Amsterdamse school, O.A. 1999, 278.