XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Havenbargoens

betekenis & definitie

Havenbargoens - In 1934 verrees het enorme pakhuispand "De Zwijger". Dit veem bezit vier loodsen, waarop achtereenvolgens Aas, Zwaantje, Kimmel en Stoeltje staat, resp. voorstellend de cijfers 1 tot en met 4. Aas (1) is ontleend aan het kaartspel; Zwaantje (2) herinnert in de vorm aan deze vogel; Kimmel (3) is de derde letter van het Hebreeuwse alfabet, Stoeltje (4) heeft vier poten.

Verder heette de 5 Bochel en de 8 Krakeling in het havenbargoens. Aan het telgebruik in de vemen kwamen, behalve het bargoens, ook de bijbel en het koningshuis te pas: 101 werd 's Koningssaluut genoemd, 77 de Benen van koningin Emma, 12 de Apostelen, 13 Judas, 50 een Halve meier en 36 Makke met de kanker, 28 heette Lik me hol, 69 Kop en kont, 66 het Pijpen- bootje, 33 Mottig en 99 Hangen. 55 werd Twee bochels en 88 Dubbele krakeling, 22 heette niet twee zwaantjes, maar Vondelpark en 45 was Klap van een smeris. Dergelijke benamingen, die vroeger bij het tellen en wegen van de goederen werden gebruikt, verdwenen met de komst van de mechanisatie (zie ook: Geldstukken).

< >