X-Y-Z der Muziek

Casper Höweler (1939)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Tuba

betekenis & definitie

een laag koperen blaasinstrument, stammend van de oude signaalhoorns der Romeinen, tegenwoordig met drie, vier of vijf ventielen. Van deze familie worden in het symphonie- en opera-orkest de bastuba en contrabastuba gebruikt, die de meeste componisten niet nader aanduiden; in Wagner's Ring is uitdrukkelijk de contrabastuba voorgeschreven.

De tenortuba wordt in de kunstmuziek zelden gebruikt; men vindt haar in enkele werken van Richard Strauss, o.a. ‘Ein Heldenleben’, ‘Don Quixote’ en in Strawinski's ‘Sacre’ (‘Cortège du Sage’!). De tuba dient meestal als fundament of voor versterking daarvan: begin voorspel Meistersinger, slot zesde symphonie van Mahler. Een der weinige karakteristieke soli geeft de scène van den berenleider in het laatste deel van Strawinski's Petroesjka. Wagner liet voor zijn Nibelungen de zgn. Wagner-tuba's bouwen, tenor en bas, om de gigantische schildering van de Godenwereld; zij hebben een eenigszins andere mensuur dan de gewone tuba's. Bruckner gaf door deze Wagnertuba's aan het Adagio van zijn zevende symphonie een veredelden orgelklank.Tot de familie van de tuba's behoort ook de Sousaphoon, een contrabastuba van afwijkend model: rondgewonden als de Helikon van het militaire orkest, doch grooter en met een reusachtigen klankbeker; het instrument werd gebouwd voor de kapel van Sousa, den bekenden componist van militaire marschen.

< >