Gepubliceerd op 18-08-2020

Zwezerik

betekenis & definitie

Een klier zonder afvoergang, gelegen boven het hart en onder den bovenrand van het borstbeen. De klier bestaat uit een netwerk van bindweefsel, waartusschen witte bloedlichaampjes.

Vóór de geboorte is zij groot, na de geboorte neemt zij eerst een weinig in grootte toe, blijft dan bij den mensch tot het zevende levensjaar even groot en wordt daarna snel kleiner. Van de beteekenis der klier is weinig bekend. Wordt een kind zonder zwezerikklier geboren, dan wordt het stompzinnig en vet, terwijl het beenstelsel zwak en kalkloos blijft.De voornaamste taak van den zwezerik is, evenals van de bijschildklier, de regeling van de kalkstofwisseling.

Kalfszwezerik is een fijne spijs, die 22 % eiwit bevat en die bij vertering veel urinezuur levert. De lekkernij is dus verboden waar voor jichtlijders. Kalfszwezerik wordt gekookt en daarna veelal in boter gebakken en soms samen met tong gegeten. Ook maakt men er wel ragout, pasteivulsel of soep van.

< >