Rijksambtenaar, die toezicht houdt op de monstering der zeelieden. Hij waarmerkt de handteekening van den gezagvoerder op de gedragsboekjes der opvarenden.
Hij is hoofd van de zeepolitie en handhaaft de orde van het scheepsvolk in de havens. Ten overstaan van den waterschout heeft de monstering der zeelieden plaats. Hij maakt de monsterrol op.De oorsprong van dit ambt dagteekent reeds van 1554, in den tijd, toen bij de drukke scheepvaart van Amsterdam ongeregeldheden tusschen matrozen, schippers en reeders veel voorkwamen. De waterschout moest dan de orde handhaven. In 1861 werd voor het eerst bepaald, dat de monstering der schepelingen ten over staan van den waterschout moest plaats hebben. Sedert 50 jaar is te Amsterdam en te Rotterdam de waterschout volambtenaar.