Gepubliceerd op 18-08-2020

Stuif brand (landbouw)

betekenis & definitie

Een schimmelziekte in de granen, vooral in tarwe. In het rijpe veld ziet men tarwearen, die gevuld zijn met een zwart poeder of met een zwarte strooperige massa, de sporen van de schimmel.

Deze sporen zijn ten deele verstoven in den tijd, dat de tarwe bloeide. De spoor viel op den stempel van een bloem, vormde een draadje, dat in het vruchtbeginsel drong en voorloopig in rust bleef. De korrel, die zich daarna heeft gevormd, is niet van een gezonde tarwekorrel te onderscheiden, maar zoodra de korrel in den grond is en gaat kiemen, begint de schimmelspoor te groeien in den stengel, welke daardoor in den groei wordt aangezet en vroeger dan bij andere planten in de aar schiet. In die aar hoopen zich de sporen op, die juist rijp zijn, als de overige aren gaan bloeien.De schade, die stuifbrand veroorzaakt, is slechts in sommige jaren van belang, dank zij de nieuwe warmwaterbehandeling van het zaaizaad. Vroeger was stuifbrand zeer schadelijk. Men ontsmette toen het zaaizaad met kopervitriool, hetgeen doelloos is gebleken, omdat de schimmel zich diep in de korrel bevindt. Tegenwoordig gaat men aldus te werk: Het zaaizaad wordt in koud water geweekt gedurende vier uur. De schimmel ontwikkelt zich dan terstond en heeft in dien tijd reeds een draadje gevormd. Dan wordt de geweekte tarwe gedompeld in warm water van 53 graden gedurende 10 minuten.

Tegen deze temperatuur is de gezonde tarwekorrel goed bestand, de kiem lijdt daar niet onder. Maar de schimmelspoor kan, omdat ze gekiemd is, dit niet verdragen. Het zaaizaad wordt dan uitgespreid en gedroogd.

In Zuid-Holland spreekt men niet van stuifbrand, doch van ,,pop”. Behalve stuifbrand komt ook steenbrand voor. Men vindt daarbij zwarte korrels, terwijl men bij stuifbrand de naakte spil aantreft. Stengelbrand, een andere ziekte dan stuifbrand, komt bij rogge voor: de schimmel woekert in het bovenste stengellid, waardoor de voeding van de aar niet tot haar recht komt en looze pakjes ontstaan.

< >