Gepubliceerd op 18-08-2020

Steng (zeilvaart)

betekenis & definitie

Bij groote zeilschepen bestaat de mast uit een ondermast en een, twee, of drie verlengstukken. Die verlengstukken heeten stengen (afb. blz. 78).

Het eerste verlengstuk heet eenvoudig steng. Het tweede bramsteng. Het derde komt alleen bij zeer lange masten voor en heet bovenbramsteng. Fokkesteng, steng van den fokkemast. Groote steng, steng van den grooten mast. Kruissteng, steng van den bezaansmast.

Zoo heeft men ook fokkebramsteng, groote bramsteng en bovenkruissteng (bezaansbramsteng). De laatste wordt ook grietjessteng geheeten. Stengzalings, stengestag.

< >