Gepubliceerd op 18-08-2020

Domheer

betekenis & definitie

Eertijds kapittelheer, kanunnik, stichtsheer, lid van het domkapittel. Het domkapittel vormde den raad van den bisschop, maakte de voordracht op voor een nieuwen bisschop, door den Paus te benoemen.

In 1858 werden bij pauselijken breve (brief) in de vijf Nederlandsche bisdommen opnieuwe kapittels ingesteld, die een proost tot hoofd en kanunniken tot leden hebben. Het woord domheer is verouderd, (zie bij kapittel).