Gepubliceerd op 18-08-2020

Dom

betekenis & definitie

Vroeger verstond men onder domkerken alle voorname kerken van het land. Deze domkerken hadden als bestuur een raad van kanunniken : het domkapittel.

De kapittels kozen te zamen den bisschop. Later verstond men onder een domkerk een bisschopskerk, een kerk met een bisschopszetel, de hoofdkerk van het bisdom. Tegenwoordig gebruikt men het woord eigenlijk willekeurig voor bepaalde voorname kerken. In Nederland is de eenige domkerk (kathedraal), die van Utrecht. In het buitenland heeft men den dom van Keulen, van Milaan, van Straatsburg. Dom is afgeleid van dumus dei: huis des Heeren. In den Utrechtschen dom is een steen gemetseld, waarop staat gegrift: Domino Optimo Maximo: aan den besten en grootsten Heer.