Gepubliceerd op 18-08-2020

Botter (visscherij)

betekenis & definitie

Platboomd visschersvaartuig op de Zuiderzee, de Zeeuwsche en Zuidhoilandsche stroomen. De botter heeft één mast en een smallen steven.' De boeg is hoog en het achterschip laag, ten einde de netten gemakkelijk te kunnen hanteeren.

Een blazer heeft den zelfden vorm, maar is niet zoo hoog van boeg. De voorsteven eindigt in een punt. Vischbotters hebben een reusachtige fok, hetgeen jachtbotters (pleiziervaartuigen) niet hebben. Met botters vangt men bot, garnalen, ansjovis, haring. Er zijn ook motorbotters, die grooter zijn en dan ook de Noordzee bevaren. Behalve botters en blazers gebruikt men op de Zuiderzee ook schokkers en Lemmer aken.