Woord ontleend aan den bijbel. Artikel 87 en 88 van het Burgerlijk Wetboek bepalen, dat een huwelijk tusschen schoonbroeder en schoonzuster, oom en nicht, moei en neef verboden is.
Bloedschande nu is de geslachtsgemeenschap tusschen deze personen en de kinderen daaruit gesproten zijn „bloedschennige” kinderen. Zij staan niet gelijk met kinderen buiten het huwelijk geboren, kunnen noch erkend noch gewettigd (dus echte kinderen) worden, behalve in die gevallen, waarin hun ouders, ondanks de nauwe bloedverwantschap, door een ontheffing, verleend door den Koning, toch huwen kunnen. De wettiging dient dan echter plaats te hebben bij het sluiten van het huwelijk.Bij andere natuurlijke kinderen kan erkenning plaats hebben door een verklaring voor den ambtenaar van den Burgerlijken Stand of voor een notaris (b.v. in een testament). Die erkenning kan alleen geschieden met toestemming van de moeder. Het erkende kind heeft dezelfde rechten als een wettig kind en is van rechtswege gewettigd door een huwelijk der ouders, na de geboorte gesloten.
Door de erkenning ontstaan burgerlijke betrekkingen tusschen ouders en kind. Zonder die erkenning hebben natuurlijke kinderen geen wettig recht op de nalatenschap hunner ouders, wel op levensonderhoud uit den boedel.
