Gepubliceerd op 18-08-2020

Ansjovis

betekenis & definitie

Een vischje, dat tot de haringen behoort. Het heeft een lengte van ten hoogste 15 c.M., een slanken kop, een spitsen snuit, welke ver over de onderkaak uitsteekt.

De bek is tot achter de oogen gespleten; de kleur is groenblauw; de buik zilverkleurig, de kop goudkleurig. De ansjovis behoort thuis in de Middellandsche Zee, schiet in het voorjaar kuit in onze zeegaten en vroeger in de Zuiderzee. Men vischt daar in Juni en Juli. De visch wordt gekopt, in den warbak gezouten en verpakt in tonnetjes, welke 50 K.G. kunnen bevatten (ankers). In tegenstelling met haring, welke minder waarde krijgt, naarmate zij langer in het zout heeft gelegen, neemt de waarde van ansjovis in gezouten toestand steeds toe. Van daar, dat het een beursartikel is geworden.

De ankers worden in veemen opgeslagen en aan' de beurs verhandeld. De ansjovis van Bergen op Zoom is beter dan die van de Zuiderzee. Na 8 jaar is de visch geheel verzout en niet meer op gewone wijze te gebruiken; niettemin heeft zij dan nog groote waarde voor de bereiding van de bekende Engelsche vischsaus.Handelaren en zouters zijn aangesloten bij de Ansjoviscontrolevereeniging, die onder toezicht van het Rijk staat, dat haar verplicht er voor te zorgen, dat de ankers voldoen aan het vereischte nettogewicht, aan goede bereiding en aan bekende herkomst.

< >