Alexandre Rodolphe Vinet, een verdienstelijk Protestantsch godgeleerde, geboren den 17den Junij 1797 te Ouchy in Waadtland, studeerde te Lausanne, werd in 1817 hoogleeraar in de Fransche taal en letterkunde aan het gymnasium, in 1835 ook aan de universiteit te Basel, en in 1838 hoogleeraar in de godgeleerdheid aan de académie te Lausanne.
In 1840 ging hij over tot de Vrije Kerk, wier organisatie hij bevorderde. Voorts legde hij in 1845 zijn hoogleeraarsambt neder en overleed den 4den Mei 1847 te Clarens bij Vevey.
Van zijne geschriften vermelden wij: „Mémoire en faveur de la liberté des cultes (1826)”, — „Discours sur quelques sujets religieux (1835)”, — „Sur la séparation de l’église de l’état (1842)”, — „Etudes évangeliques (2de druk, 1861)”, — „Nouvelles études (2de druk, 1862)”, — „Blaise Pascal (2de druk, 1856)”, — „Homilétique (1853; 2de druk, 1873)”, — „La littérature française au XIX siècle (1849-1851, 3 dln; 2de druk, 1857)”, — „La littérature française au XVIII siècle (1853, 2 dln)”, — en „Mélanges (1869)”.
