Gepubliceerd op 30-10-2017

zitje

betekenis & definitie

zitje - Zelfstandignaamwoord
1. een tafel met enkele stoelen als zitgelegenheid in een kantoor, wachtkamer, de tuin, op het terras e.d.
Laten we even gaan zitten op het zitje bij de patatkraam.
2. (meubel) een kleine, vaak afgeschermde zitplaats voor een klein kind
Haal jij even het zitje uit de andere kamer?
3. (transport) een voor een kind veilige zitplaats in een auto of op een fiets
Het zitje moet goed worden vastgezet.
4. (transport) een eenpersoons zitplaats op een motorfiets
Een sport- of racemotor heeft meestal geen zadel of buddy maar een slechts een zitje .

Synoniemen
[2] kinderstoel

Verwante begrippen
[1] tafel, parasol, stoel, terras, wachtkamer, [3] autogordel, veiligheidsgordel, [4] buddy, buddyseat, duozadel, zadel