Gepubliceerd op 30-10-2017

zepig

betekenis & definitie

zepig - Bijvoeglijk naamwoord
1. eigenschappen van zeep hebbend
Deze chips smaakt een beetje zepig, alsof er olie met bloemengeur is gebruikt (maar dat ruik je dus niet); wel zout genoeg (maar ja).

Woordherkomst
afgeleid van zeep met het achtervoegsel -ig