zeilmakerspriem - Zelfstandignaamwoord
1. (gereedschap) handgreep met ronde, scherpgepunte staaf om kleine gaten in zeil te steken als het naaiwerk met naalden te stroef gaat
Woordherkomst
samenstelling van zeilmaker en priem met het invoegsel -s-
Synoniemen
els, zeilpriem, marlpriem, marlpen, marlspijker
Gepubliceerd op 30-10-2017
zeilmakerspriem
betekenis & definitie