zegeloze - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van zegeloos
♢ NAC maakt een einde aan een zegeloze periode van acht wedstrijden en wint voor het eerst onder coach Robert Maaskant.
Woordherkomst
zegeloos met de uitgang -e
Gepubliceerd op 30-10-2017
zegeloze
betekenis & definitie