Gepubliceerd op 30-10-2017

zegeloze

betekenis & definitie

zegeloze - Bijvoeglijk naamwoord
1. verbogen vorm van de stellende trap van zegeloos
NAC maakt een einde aan een zegeloze periode van acht wedstrijden en wint voor het eerst onder coach Robert Maaskant.

Woordherkomst
zegeloos met de uitgang -e