zedenpreek - Zelfstandignaamwoord
1. een vermanende toespraak -al dan niet van de kansel- over welk gedrag ten aanzien van met name de seksualiteit onaanvaardbaar is
♢ Zij vond de eindeloze zedenpreken van haar grootmoeder moeilijk te verduren.
Gepubliceerd op 31-10-2017
zedenpreek
betekenis & definitie