wegenbouw - Zelfstandignaamwoord
1. het vakgebied dat zich bezighoudt met het bouwen van wegen. Het is een toegepaste wetenschap en onderdeel van de civiele techniek.
♢ Hij heeft wegenbouw gestudeerd aan de technische universiteit van Delft.
2. alles wat betrekking heeft op het aanleggen van wegen
♢ Het bouwbedrijf was vooral actief in de wegenbouw.
3. de bedrijfstak die zich richt op het aanleggen van wegen
♢ Er zijn veel mensen in de wegenbouw werkzaam.
Woordherkomst
samenstelling van weg en bouw met het invoegsel -en-
Synoniemen
[2] wegaanleg
Gepubliceerd op 31-10-2017
wegenbouw
betekenis & definitie