Gepubliceerd op 31-10-2017

voorzet

betekenis & definitie

voorzet - Zelfstandignaamwoord
1. (sport) trap of worp waardoor de bal bij een medespeler komt die kan scoren
Bij het afwerken vanuit een voorzet is het belangrijk dat de speler die de voorzet geeft eerst opkijkt, dat is het moment van lopen voor de mensen voor de goal.

voorzet - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzetten
♢... dat ik voorzet
2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzetten
♢... dat jij voorzet
3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorzetten
♢... dat hij voorzet

Woordherkomst
samenstelling van voor en zet(werkwoord)