vonk - Zelfstandignaamwoord
1. klein rondvliegend gloeiend korreltje of brokstukje
♢ Hij rakelde het vuur op en de vonken vlogen in het rond.
2. (natuurkunde) een vurige elektrische ontlading die de lucht ioniseert
♢ De isolatie was doorgesleten en er sprong een vonk over.
3. (scheepvaart), (verouderd) oude bijnaam voor een radiotelegrafist
♢ De vonk heeft zijn bijnaam te danken aan z'n werk met de antieke "vonkenzenders.".
vonk - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vonken
♢ Ik vonk
2. gebiedende wijs van vonken
♢ vonk!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vonken
♢ vonk je?
Uitdrukkingen en gezegden
♦ een overslaande vonk
een emotie die ineens ook bij anderen ontvlamt
♦ de vonken slaan/vliegen ervanaf
gezegd van iemand die keihard aan het werk is
Synoniemen
[3] draad, vonkenboer
Verwante begrippen
[1] aansteker, bougie, explosie, gasaansteker, houtvuur, ontbranding, slijpsteen, smederij, vlam, vuur, vuurwerk, [3] bericht, contact, communicatie, marconist, noodsignaal, radiohut, radio-officier, radiotelegrafist, radiozender, telegrafie, telegram, weerbericht
Gepubliceerd op 31-10-2017
vonk
betekenis & definitie