Gepubliceerd op 31-10-2017

voluit

betekenis & definitie

voluit - Bijwoord
1. zonder afkortingen of beperkingen, helemaal
Alleen tijdens de wedstrijd gaat hij voluit, tijdens de trainingen houdt hij zich in.
Op dit formulier moet je je naam voluit opschrijven.

Woordherkomst
samenstelling van vol en uit

Verwante begrippen
geheel, heel, ten volle, volkomen, volledig