Gepubliceerd op 31-10-2017

vanaf

betekenis & definitie

vanaf - Voorzetsel
1. duidt een tijdstip aan waarna (en waarop) iets geldt
Vanaf de tweede juli is dit wel weer toegestaan.
2. duidt een vertrekpunt (plaats) aan
Vanaf Raleigh is het een goede vier uur rijden naar Bodie Island.

vanaf - Bijwoord
1. van een last verlost zijn
Hij heeft dat dure jacht tijdig verkocht, daar is hij mooi vanaf.