teringlijer - Zelfstandignaamwoord
1. (scheldwoord) vervelend, akelig persoon
♢ Dit meisje, Roseyn B. heet ze, zou op Koninginnedag 2007 een agent in zijn gezicht geslagen en gestompt hebben, én hem hebben uitgemaakt voor vieze homo en teringlijer.
♢ An 'n avond wachtte een troep van de ergste teringlijers hem af, om de hoek van de fabriek en ze ranselden d'r op en sloegen zijn linkerbeen kreupel.
2. (kreeftachtigen) wandelend geraamte, soort vlokreeftje Caprella linearis dat aan de zeekust leeft
♢ Tijdens een duikje bij de Zeelandbrug zag ik duizenden van deze hele kleine vlokreeftjes ook wel "spookkreeftjes" en "teringlijers" genoemd.
Woordherkomst
afgeleid van teringlijder met elisie van de d
Synoniemen
[2] spookkreeftje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: