spoed - Zelfstandignaamwoord
1. de noodzaak tot het maken van haast
♢ Daar is spoed bij.
2. (techniek) de afstand tussen twee punten van een schroefdraad die verschillen door één omwenteling
♢ Deze schroef heeft niet de juiste spoed en past dus niet.
3. de afdeling in een ziekenhuis waar patiënten die snel hulp nodig hebben behandeld worden
♢ Hij werd onmiddellijk naar de spoed gebracht.
♢ Jaarlijks belanden 12.000 Nederlandse kinderen van 0 tot 14 jaar op de spoed na een ongeluk met een speeltoestel.
spoed - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spoeden
♢ Ik spoed
2. gebiedende wijs van spoeden
♢ spoed!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spoeden
♢ spoed je?
Synoniemen
[3] spoedafdeling, spoedeisende hulp
Verwante begrippen
haast, urgentie
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: