Sabaoth - Eigennaam
1. (religie) (Heer der) hemelse machten, (Heer der) heerscharen ''benaming van God als hoogste bestrijder van het kwaad, op meerdere plaatsen in de Bijbel (1 Sam. 1:3 +, 2 Sam. 5:10 +, 1 Kon. 18:15 +, 2 Kon. 3:14, Js. 1:9 +, Jr. 2:19 +, Hos. 12:6, Am. 3:13 +, Mi. 4:4, Nah. 2:14 +, Hab. 2:13, Sef. 2:9 +, Hag. 1:2 +, Zach. 1:3 +, Mal. 1:4 +, Ps. 24:10 +, 1 Kron. 11:9 +)
Woordherkomst
via het Latijnse woord Sabaoth en Oudgrieks Σαβαώθ (Sabaóth), weergave van Hebreeuws צבאות (tsevaot) "leger, heerscharen" zoals dat op meerdere plaatsen in de Bijbel wordt gebruikt, vaak gekoppeld aan de naam van God; soms wordt deze term ook betrokken op het leger van de joden
Synoniemen
Sebaot (Hebreeuws, gangbare Nederlandse versie)
Tsevaot (Hebreeuws, transcriptieversie)
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk
Bronnen
Bronnen: