onhoorbaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. niet met de oren waarneembaar
♢ Olifanten communiceren over grote afstanden met voor de mens onhoorbare geluiden.
onhoorbaar - Bijwoord
1. op onhoorbare wijze
♢ De uil kwam onhoorbaar aangevlogen.
Woordherkomst
Afgeleid van hoorbaar met het voorvoegsel on-
Antoniemen
hoorbaar
Gepubliceerd op 04-12-2017
onhoorbaar
betekenis & definitie