Gepubliceerd op 04-12-2017

ongewoon

betekenis & definitie

ongewoon - Bijvoeglijk naamwoord
1. afwijkend van het normale
De situatie nam een ongewone wending.
De huisknecht van 'n aanstaande vrouwelijke professor vindt zelfs 't ongewoonste gewoon.blz 124 Tooneel: Het wonderkind, De gescheiden tweeling, Levend speelgoed
Jan Feith
Uitgever S.L. van Looy, 1925

2. niet vaak voorkomend
Usain Bolt leverde een ongewone prestatie op de Olympische Spelen in Peking.

Woordherkomst
Afgeleid van gewoon met het voorvoegsel on-.

Synoniemen
[1] abnormaal

Antoniemen
gewoon