Gepubliceerd op 04-12-2017

ongemengd

betekenis & definitie

ongemengd - Bijvoeglijk naamwoord
1. iets puurs zonder bijmenging van andere zaken
Zwart, wit, roze, groen, rood, geel en groen, 7 ongemengde kleuren. Zo uit de tube op het doek of op het palet. En dan met dikke kwasten, dunne kwasten, soms met de achterkant van de kwast op het linnen uitgesmeerd. Klodders hier en daar, stukken papier daaroverheen geplakt en weer geschilderd. Tal R. gebruikte 3 jaar lang alleen deze kleuren op 18 doeken van exact 2,5 bij 2,5 m. Het resultaat heet the Sum. Tal R. celebreert het schilderen in zijn puurste, meest vitale vorm. Zijn werk behandelt geen maatschappelijke thema’s, alleen zaken die hem persoonlijk interesseren: het leven, de dood en alles wat daartussen ligt.
2. waar mannen en vrouwen apart zijn
De kanttekeningen bij de aanwezigheid van vrouwen in de frontlinie heeft niet zoveel te maken met hun gevechtscapaciteiten, maar met hun integratie in gemengde onderdelen. Kijk naar die échte vrouwtjesputters: die vochten ook in ongemengde eenheden en niet samen met mannen. Voor het lauwe welkom van de mannetjessoldaten voor vrouwelijke collega’s, bestaat een hardere ratio dan alleen masculien schoorvoeten. Wat blijkt? Mannetjes zijn zélf de zwakste schakel. Israëlische studies naar het optreden van mannen en vrouwen in gevechtsomstandigheden wezen uit dat uitgerekend de mannen zwakke knieën krijgen, wanneer ze geconfronteerd worden met verwondingen van hun vrouwelijke collega’s. Een biologische drijfveer maakt ze beschermend jegens ‘het zwakke geslacht’, een reflex die ze afhoudt van de core business, het vechten zelf. Er dienen al decennia veel vrouwen in het Israëlische leger, maar niet in gemengde eenheden aan het front.

Woordherkomst
afgeleid van gemengd met het voorvoegsel on-

Synoniemen
puur, onvermengd, zuiver

Antoniemen
gemengd, vermengd, samengesteld