New Yorks - Bijvoeglijk naamwoord
1. (demoniem) van, uit, betreffende of als in New York
♢ Er is geen literatuur die specifiek Rotterdams is, of New Yorks, of Tokio's, of Kinshasha's, of Berlijns.
2. partitief van de stellende trap van New Yorks
♢ De ‘on the go’-service heeft iets New Yorks.
New Yorks - Zelfstandignaamwoord
1. (taal) Engels dialect dat in New York wordt gesproken
♢ Zo worden niet alleen het Gronings, Drents, Twents en Limburgs minder gesproken, ook het in veel Hollywoodfilms gesproken New Yorks en het iconische, en internationaal geïmiteerde, cockney-accent zijn in gevaar.
New Yorks - Eigennaam
genitief onzijdig enkelvoud van Amsterdam
♢ Want Bowling Green, rijk, óverrijk aan mussen, is zeker een van New Yorks minst gefortuneerde achterbuurten.
Woordherkomst
afgeleid van New York met het achtervoegsel -s, gespeld zonder koppelteken omdat spellingregel 6.E niet van toepassing is op uitheemse namen
Gepubliceerd op 30-10-2017
New Yorks
betekenis & definitie