Gepubliceerd op 04-12-2017

monoftongering

betekenis & definitie

monoftongering - Zelfstandignaamwoord
1. (taalkunde) het verschijnsel dat een diftong of triftong overgaat in een monoftong
De monoftongering van /ɑu/ is niet pan-Brabants.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van monoftongeren met het achtervoegsel -ing.

Verwante begrippen
monoftong, tweeklank, diftong, triftong, diftongering, triftongering