Gepubliceerd op 04-12-2017

mandoer

betekenis & definitie

mandoer - Zelfstandignaamwoord
1. (beroep) in het voormalige Nederlands-Indië een leider van een werkploeg of [[meesterknecht] op een fabriek, of de opzichter en onderhouder van een publieke plaats, zoals een badinrichting of een park. Een mandoer was altijd een Indonesiër
De mandoer was in dienst van de planter.