maandags - Bijvoeglijk naamwoord
1. (tijdrekening) op de maandag betrekking hebbend
♢ Lekker onbezorgd een maandags terrasje doen in Leuven!
maandags - Bijwoord
1. (tijdrekening) op maandagen
♢ We gaan maandags meestal winkelen.
Woordherkomst
Afgeleid van maandag met het achtervoegsel -s
Synoniemen
's maandags
Gepubliceerd op 04-12-2017
maandags
betekenis & definitie