lieflijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. schilderachtig, liefelijk, lief
♢ Op vakantie kwamen we met de fiets in de lieflijkste dorpjes.
♢ De paardenfluisteraar had een lieflijke benadering van de paarden.
liegen - Zelfstandignaamwoord
1. (kaartspel) een eenvoudig kaartspel
♢ Bij liegen probeer je zo snel mogelijk alle kaarten kwijt te raken.
Woordherkomst
afgeleid van lief met het achtervoegsel -lijk
Synoniemen
zachtaardig, zoek, bekoorlijk
Gepubliceerd op 04-12-2017
lieflijk
betekenis & definitie