Gepubliceerd op 04-12-2017

lieflijk

betekenis & definitie

lieflijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. schilderachtig, liefelijk, lief
Op vakantie kwamen we met de fiets in de lieflijkste dorpjes.
De paardenfluisteraar had een lieflijke benadering van de paarden.

liegen - Zelfstandignaamwoord
1. (kaartspel) een eenvoudig kaartspel
Bij liegen probeer je zo snel mogelijk alle kaarten kwijt te raken.

Woordherkomst
afgeleid van lief met het achtervoegsel -lijk

Synoniemen
zachtaardig, zoek, bekoorlijk