kamernummer - Zelfstandignaamwoord
1. het nummer van een (hotel)kamer
♢ Kitty (46), die hetzelfde doet in Veghel, denkt dat de omgang met ouderen hier en daar beter kan. „Je hoort weleens door de gang roepen: ‘Kan iemand meneer Piet even op het toilet zetten.’ Of dat verzorgenden een kamernummer noemen in plaats van een naam. Hoe zou je het vinden als dat je eigen familie is?”
Woordherkomst
samenstelling van kamer en nummer
Gepubliceerd op 04-12-2017
kamernummer
betekenis & definitie